Het noordelijke deel van Oeganda is dertig jaar lang het toneel geweest van rebellenopstanden en guerrillaoorlogen. Toen er iets van rust in het gebied was teruggekeerd, werd in 2011 in het district Lango de Foundation for Development and Relief Africa (FIDRA) opgericht. FIDRA zet zich in voor armoedebestrijding en de verbetering van het vakonderwijs en de gezondheidszorg in dit district.

 

De dagelijks leider van FIDRA is Ivan Kenneth Ocan. Hij herinnert zich de zware tijd van de opstanden nog goed: “Die tijd is voor de mensen in dit gebied rampzalig geweest. Veel kinderen verloren hun ouders. Meisjes werden het slachtoffer van verkrachting, ontvoering en uitbuiting. Jongeren – en vooral meisjes- waren toen en zijn nu nog steeds de meest kwetsbare groep. Om hun positie te verbeteren hebben we tal van projecten opgezet, waaronder vakopleidingen. Op dit moment nemen ruim vijftig jongeren deel aan die opleidingen.”

BEKLEMMEND BEELD

Kenneth schetst een beklemmend beeld van de situatie van jongeren in Lango: “Veel jongeren hier groeien op in gebroken gezinnen. Door armoede of om andere redenen maken ze hun schoolopleiding vaak niet af en zonder opleiding is je kans op een baan hier vrijwel nihil. Er zijn veel tienermoeders die amper kunnen rondkomen. En dan komen daar ook nog eens hiv en de huidige situatie met Covid-19 bij.” Maar Kenneth is niet moedeloos. “We zijn heel actief,” zegt hij, “en we proberen zoveel mogelijk jongeren bij onze projecten te betrekken. We richten ons daarbij vooral op díe jongeren die het het hardst nodig hebben.”

STEUN

Nu nog leidt FIDRA in drie aparte opleidingscentra jongeren op tot kleermaker, metaalbewerker of kapper. Maar een groter centraal opleidingscentrum is in aanbouw. Daar wil men ook timmermans- en meubelmakerscursussen gaan geven. Gered Gereedschap heeft twee jaar geleden onder meer lasapparatuur en naaimachines aan FIDRA gedoneerd. “Die steun is fantastisch,” zegt Kenneth. “De zeven elektrische naaimachines bijvoorbeeld die we gekregen hebben, hadden we zelf nooit kunnen kopen. Omdat we onze leerlingen slechts om een kleine en vaak zelfs helemaal niet om een eigen bijdrage vragen, is ons budget beperkt en dat soort machines zijn hier heel duur. Nu we ze hebben, kunnen meer cursisten met elektrische naaimachines leren werken en hebben meer leerlingen de mogelijkheid om op een cursusdag praktische lesopdrachten op die machines uit te voeren. We kunnen nu ook meer cursisten aannemen en waarmaken wat we ze beloven: een goede opleiding en een kans op een betere toekomst.”